sluiten

Plaatsingsvoorschriften

  • Graaf een rechthoekige kuil van voldoende grote afmetingen. Indien er grondwater aanwezig is, moet dit verwijderd worden. Van zodra de put droog is, legt u er een laag gestabiliseerd zand van 150 kg/m³(*) in van minimaal 10 cm1). Zorg ervoor dat dit waterpas ligt zodat de tanks horizontaal komen te staan. Voorzie eventueel een betonplaat om opdrijven te voorkomen.
  • Plaats het systeem in de kuil in de juiste volgorde (tank 1: voorbezinker, tank 2: beluchtingstank, tank 3: nabezinker). De pijltjes geven de vloeirichting aan.
  • Verbind de afvoer van de woning (eventueel via een vetvanger) met de ingang van het systeem (tank 1 voorbezinker).
  • Verbind de uitgang met de afvoer (gracht, beek, bezinksysteem, …). Zorg ervoor dat er geen terugvloei van de gracht mogelijk is.
  • Verbind de tanks onderling (enkel van toepassing voor de types WZ en Agréee).
  • Vul de (twee) drie tanks met water via de eerste tank, gravitair tot de laatste tank en vul tegelijkertijd de openingen tussen en rond de putten met gestabiliseerd zand van 150 kg/m³ (*) tot het niveau van de aan - en afvoerbuis. Let op: Zorg er voor dat de cone(s) in de nabezinker eerst gevuld worden, anders worden deze onherroepelijk beschadigd.
  • Til de balastblok(ken) uit de beluchtingstank via de daartoe aangebrachte touwen. Schroef de beluchtingsschijf(ven) op de aanwezige schroefdraad en laat de balastblok(ken) weer in de tank zakken.
  • Zaag de verhogen op de juiste hoogte af, zodat die gelijk komen met het maaiveld.
  • Voorzie een voldoende grote verluchting op het verhoog van de voorbezinker en de beluchtingstank. Er is hiervoor een 50 mm in de voorbezinker en een mof DN100 (Ø110 mm) voorzien in het verhoog van de beluchter. Breng deze samen op een T van 110 mm met reductie naar 50 mm en breng deze 110 mm naar een goed geventileerde plaats (bij de supercompact is er al een verbinding gemaakt tussen tank 1 en 2. Leg de leiding licht hellend zodat die niet kan verstoppen door water of vuil. Breng hem voldoende hoog boven de grond en monteer 2 bochten 110 mm 90° om een schoorsteeneffect te bekomen.
  • Verbind de luchtdarm(en) met de luchtpomp(en). Gebruik hiervoor een wachtbuis van 110 mm waardoor de luchtdarm loopt van bij de luchtpomp(en) tot bij het mangat van tank 2, in de daarvoor voorziene aansluiting. Indien er meerdere pompen zijn, is het eender welke pomp op welke aansluiting komt.
  • Vul nu de kuil verder aan met gestabiliseerd zand van 150 kg/m³ (*) tot op het vereiste niveau.  
  • Noot: indien het station dieper komt dan het PE-verhoog toelaat, moet men steeds een drukplaat voorzien die afsteunt op de niet geroerde grond, zodat de drukplaat niet rechtstreeks op de PE-tank rust.